dinsdag 29 november 2011

HILDO KROP – Man met kleine figuren en Man met maskers

 foto uit 1986





Een gedicht van A. van Collem, De kunstenaar die de mensen de weg naar de hemel wijst, lag ten grondslag aan de voorstellingen die Hildo Krop  in 1927 op de twee brugpijlers van de brug over de Boerenwetering bij de Hobbemakade maakte. Krop probeerde zijn sculpturen een teken te laten worden. Een onderdeel van gemeenschapskunst die de richting aangaf naar een betere samenleving. Hij besefte dat zijn symbolisch idealisme wel eens tijdelijk zou kunnen zijn en moeilijk te begrijpen voor de van zijn wortels losgeraakte twintigste eeuwse mens. Hij bleef echter geloven in 'geëngageerde kunst'. Bij de opening van een tentoonstelling over zijn werk in 1960 in Groningen verwoordde hij het zelf zo: "Voor mij is de enige rede van bestaan van de kunstenaar dat er in de gemeenschap...geestelijke krachten leven die maken dat de mens niet leven kan van brood alleen en dat de mensen hun verlangens en idealen in vorm of klank of kleur willen zien of horen. Zolang die geestelijke krachten aanwezig zijn heeft de kunstenaar reden van bestaan. Zodra je je een toestand indenkt waarin die geestelijke krachten ontbreken, verliest de kunst elke zin".

bron: Het Geheugenvan PlanZuid, Marion Schrooten

Geen opmerkingen: