foto uit 1986
Een
gedicht van A. van Collem, De kunstenaar die de mensen de weg naar de
hemel wijst, lag ten grondslag aan de voorstellingen die Hildo Krop in 1927 op de twee brugpijlers van de brug
over de Boerenwetering bij de Hobbemakade maakte. Krop probeerde zijn sculpturen
een teken te laten worden. Een onderdeel van gemeenschapskunst die de richting
aangaf naar een betere samenleving. Hij besefte dat zijn symbolisch idealisme
wel eens tijdelijk zou kunnen zijn en moeilijk te begrijpen voor de van zijn
wortels losgeraakte twintigste eeuwse mens. Hij bleef echter geloven in 'geëngageerde
kunst'. Bij de opening van een tentoonstelling over zijn werk in 1960 in
Groningen verwoordde hij het zelf zo: "Voor mij is de enige rede van
bestaan van de kunstenaar dat er in de gemeenschap...geestelijke krachten leven
die maken dat de mens niet leven kan van brood alleen en dat de mensen hun
verlangens en idealen in vorm of klank of kleur willen zien of horen. Zolang
die geestelijke krachten aanwezig zijn heeft de kunstenaar reden van bestaan.
Zodra je je een toestand indenkt waarin die geestelijke krachten ontbreken,
verliest de kunst elke zin".
bron: Het Geheugenvan PlanZuid, Marion Schrooten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten